Interview Adriaan Luteijn - UNUM
Interview de Volkskrant: Adriaan Luteijn - UNUM
In deze voorstelling dansen fysiek opvallende dansers samen met hun ouders: ‘Het moet knetteren’
20 mei 2025
door: Annette Embrechts
Met een inclusieve groep dansers met en zonder fysieke beperking én hun ouders staat Introdans woensdag op de World Expo in Osaka. De Volkskrant keek mee tijdens de voorbereidingen van choreograaf Adriaan Luteijn, wiens directe aanpak ze in Japan niet gewend zijn.
‘Nee, ik wil nooit weten waarom iemand in een rolstoel zit, een ledemaat mist, asperger of hersenschade heeft. Dat vertroebelt mijn blik op hun bewegingsmogelijkheden. Ik ben niet geïnteresseerd in wat iemand níét kan. Ik kijk naar wat iemand wél kan.’
Sympathiek voornemen, zou je zeggen. Maar voor choreograaf Adriaan Luteijn (61), kartrekker van interactieve ontmoetingen en inclusieve projecten bij Introdans, is het meer dan dat: het negeren van iemands achtergrond is voor hem heilig bij het samenstellen van een cast. ‘Ik wil niet worden geremd door medische achtergronden, mankementen of trauma’s. Deelnemers benoemen die vaak zelf ook niet. Waarom zouden ze? Gastdansers weten toch ook niet alles van mij of van de professionele Introdansers?’
Internationaal opgepikt
Al 25 jaar maakt Luteijn bij het Arnhemse gezelschap bejubelde voorstellingen met professionele dansers én gasten: mensen met spierziekten, jongeren met autisme, homoseksuele ouderen, rolstoelers, dragqueens, topsporters en talloze anderen. Nu wordt zijn aanpak internationaal opgepikt. Na samenwerkingen in China, Indonesië, Brazilië en Zuid-Afrika, trekt Introdans onder aanvoering van Luteijn de komende dagen door Japan.
De wereldpremière van zijn voorstelling Unum vindt plaats op een bijzondere plek: woensdag opent Introdans de Nederlandse Nationale Dag op de vijfjaarlijkse World Expo in Osaka (Japan). Alle honderdzestig deelnemende landen ontwerpen een eigen paviljoen voor deze zes maanden durende tentoonstelling, die draait om innovatie en nieuwe technologie. Elk land krijgt één dag het grote theater tot zijn beschikking.
Paralympisch sporter met korte benen
Na de vertolking van Unum in Osaka neemt Introdans het stuk mee op tournee langs Kobe en Kyoto, aangevuld met solo’s, duetten én de Japanse versie van Luteijns groepsstuk Iungo. In beide stukken doet danseres Kazuyo Morita mee. Zij is geboren met een spina bifida (open rug) en scoliose (vergroeiing aan de wervelkolom).
Ook rolstoeldanser en luchtacrobaat Kenta Kambara danst in Unum (‘eenheid’ in het Latijn). De paralympisch sporter met korte benen staat in Japan bekend als ‘superman’. Dit alles lukt mede dankzij een samenwerking met Land Fes, een kleinschalig Japans festival voor inclusieve podiumkunsten, in 2011 opgericht door Dai Matsuoka.
‘Eerlijk, ik heb in het begin geworsteld met die traditionele beleefdheid in Japan’
Net als Luteijn maakt Matsuoka choreografieën voor performers met uiteenlopende fysieke mogelijkheden, zoals Kambara en Morita. De 38-jarige Kambare danst tijdens Unum voor het eerst op het toneel met zijn 9-jarige dochter Shiori. Morita danst met haar moeder, een hoogleraar van 74 jaar.
Luteijn en Matsuoka stelden deze Nederlands-Japanse gelegenheidscast via een overzeese uitwisseling samen. Maar voordat dit lukte, ging er in Arnhem wel wat water door de Rijn.
De start
Per toeval zag Bas Valckx, coördinator culturele zaken bij de Nederlandse ambassade in Tokio, de voorstelling Nest tijdens een werkbezoek aan Arnhem in 2022. Luteijn creërde Nest als dansontmoeting voor Introdansers en hun ouders. Kort daarvoor had Luteijn jubelende reacties ontvangen voor zijn vrouwentrio Pro Forma (2021), met Introdanseres Elena Pampoulova, plus-size-danseres Liza Wubbels en presentator en schrijver Eva Eikhout. Eikhout is door het zeldzame FFU-syndroom geboren met korte armen zonder handen, en korte benen zonder knieën. Aan haar stompe bovenbenen zitten wel voeten.
‘Bas had bij Nest tranen in zijn ogen’, vertelt Luteijn. ‘Hij nodigde ons uit een idee te pitchen voor een bijdrage aan de World Expo in Osaka.’ Na maanden overleg kreeg Introdans in 2024 groen licht: de door Luteijn en Matsuoka te creëren choreografie Unum zou onder toeziend oog van koning Willem-Alexander de Nederlandse Nationale Dag mogen aftrappen.
Beeldvorming
‘We willen met Introdans niet alleen bijzonder werk in Japan laten zien, maar ook onze aanpak, ervaring en kennis delen, zodat mensen daar erop door kunnen bouwen’, vertelt Luteijn begin januari op het kantoor van Introdans in Arnhem. Ondertussen laat hij filmpjes zien van de eerste online kennismaking tussen het Nederlandse en Japanse castdeel van Unum.
‘In Japan worstelt Dai met de beeldvorming dat een inclusieve cast onder zorg, hulp en welzijn wordt geschaard, in plaats van onder kunst. Dat was in Nederland ook lang zo. Met Introdans hebben we na ruim een kwart eeuw pionieren inmiddels afgedwongen dat deze ontmoetingen als artistieke projecten worden gezien.’
Luteijn herinnert zich nog goed een smalende opmerking van een toeschouwer, nadat zijn eerste voorstelling? Rolstoel-Giselle in 2001 was opgenomen in een groot gala van Introdans. ‘Ik hoorde haar klagen dat ze niet naar de schouwburg was gekomen om gillende spastische kinderen te zien. Wat voor mij vanzelfsprekend was door mijn dansprojecten met leerlingen uit het speciaal onderwijs, bleek voor een deel van het Introdanspubliek nog vreemd. Ik besloot mijn choreografieën er spannender en aantrekkelijker te laten uitzien. Ze moeten dezelfde gave uitstraling hebben als het reguliere repertoire van Introdans. Maar het mag schuren. Het moet knetteren. Dat geeft mij brandstof.’
Omgang met ouderen in Japan
Voor de wereldpremière in Japan brainstormde Luteijn met Roel Voorintholt, artistiek directeur van Introdans, over de Expo-thema’s ‘duurzaamheid’ en ‘common ground’. ‘Wij denken bij ‘een duurzame gemeenschappelijke bodem’ aan iemands geboortegrond, de binding tussen kind en ouder. Dat lijntje is er altijd, ook al verandert die band gedurende iemands leven en kan die door omstandigheden beschadigd raken’, vertelt hij, onderweg naar de dansstudio aan de Vijfzinnenstraat.
‘Japan kampt net als Nederland met hoge zorgkosten door de vergrijzing. Maar de omgang met ouderen is anders dan bij ons. Daar geldt de ongeschreven sociale code dat je dienstbaar bent en respect toont voor oudere familieleden. De druk is groot om de zorg voor naasten zelf op je te nemen. Hier in Nederland verwachten we meer van collectieve voorzieningen, die inmiddels flink onder druk staan.’
Luteijn vindt het opvallend dat oudere mensen in Japan langer vitaal blijven terwijl het land verreweg de oudste bevolking ter wereld heeft; bijna 30 procent is 65 jaar of ouder. ‘Bij ons is jong en aantrekkelijk blijven een ideaal, in Japan dwingen rimpels respect af. Die cultuurverschillen vind ik interessant om uit te diepen. Daarom heb ik met Dai een intergenerationele cast samengesteld van zes duo’s van professionele dansers met familieleden. Duurzaamheid gaat ook over sociale omgang tussen generaties.’
Vier Japanse ouder-kindduo’s
Luteijn koos in Nederland twee Introdansers met hun ouder. ‘Ik selecteer vooral op nieuwsgierigheid.’ De Canadese Angelica Villalon (35), sinds 2013 bij het Arnhemse gezelschap, doet mee met haar Canadees-Filipijnse vader Reynaldo (65), een net gepensioneerde huisarts en chirurgisch assistent. ‘Altijd handig om een medicus mee te hebben op reis’, lacht Luteijn. ‘Angelica’s vader vindt het een buitenkans om van dichtbij mee te maken welke offers zijn dochter brengt voor dit pittige vak.’
‘Adriaan vraagt veel, durft ver te gaan en zegt duidelijk wat hij mooi en lelijk vindt, wat bruikbaar en wat niet. Die directheid zijn we in Japan niet gewend’
En de Nederlandse Mark van Drunick (25), sinds 2021 bij Introdans, danst met zijn moeder Anne (56), danslerares bij haar eigen dansschool in Zevenaar. ‘Mark heeft als kind en tiener dagelijks dansles bij haar gehad. Nu betreedt zij Marks domein.’
Matsuoka stelde vier Japanse duo’s samen, vertelt hij via Zoom. Een ballerina van de Sadamatsu-Hamada Ballet Company met haar verrassend sportieve vader. Een collega-balletdanser met zijn hoogbejaarde moeder. Kambara met zijn dochtertje Shiori en Morita met haar intellectuele moeder. Hou oud zijn de ouders die nu voor het eerst meedansen? ‘Daar vragen wij in Japan eigenlijk niet naar. Zoals we ook niet makkelijk over handicaps praten.’
Het proces
Door de samenwerking met Luteijn hoorde Matsuoka pas hoe de deelnemende balletdanseres Koumi Yamamoto ter wereld kwam op de dag dat haar oma, de moeder van haar vader, overleed. ‘Hij heeft een speciale band met Koumi, omdat hij haar ziet als reïncarnatie van zijn moeder. Dit kwam naar boven door de directe aanpak van Adriaan om dansscènes te maken over emotionele herinneringen. Adriaan vraagt veel, durft ver te gaan en zegt duidelijk wat hij mooi en lelijk vindt, wat bruikbaar en wat niet. Die directheid zijn we in Japan niet gewend. Maar het levert wel veel op.’
Introdans-directeur Voorintholt benadrukt hoe belangrijk het is kennis en internationale ervaring met inclusief werken te delen. ‘Dat werkt enorm blikverruimend.’
‘Eerlijk, ik heb in het begin geworsteld met die traditionele beleefdheid in Japan’, vertelt Luteijn wanneer hij begin mei terug is uit Japan en in Arnhem een week repeteert met het Nederlandse deel van de cast. ‘Dai zegt altijd ‘very interesting’, ook als hij een idee niet goed vindt.’
‘Pas als ik tijdens het eten doorvraag – socializen gebeurt in Japan tijdens de lunch en het diner – zegt hij voorzichtig met welke fragmenten hij weinig raad weet. Nederlanders zijn harder en duidelijker, maken pittigere grappen. Ik provoceer door obstakels te creëren. Ik probeer mensen naar de randen van hun mogelijkheden te duwen. Ik word niet voor niets binnen Introdans de ‘Vriendelijke Dwinger’ genoemd.’
Stevige opdrachten
Tijdens de repetitie geeft de Vriendelijke Dwinger beide Introdansers én hun ouders inderdaad stevige opdrachten om zelf intensieve duetten te maken over ervaringen, zoals rebels gedrag, moeite met loslaten, de dood van ouders of het legenestsyndroom. Ze trekken hardhandig aan denkbeeldige navelstrengen, torsen elkaar op ruggen, gooien andermans benen in de lucht, zakken op knieën.
‘Ik laat altijd iedereen, ondanks verschillen in danservaring, zelf oplossingen bedenken voor bewegingsproblemen die ze tegenkomen. Ben je bang iemand bij het optillen pijn te doen, vraag maar waar je iemand vast kunt pakken. Zit een rolstoel in de weg, los het maar op. Raak je in de knoop, red je er maar uit. Vergeet iemand een frase, laat maar zien hoe je daar mee omgaat.’
Luteijn wil voorkomen dat de professionele dansers zich inhouden en de misstappen van de ongeoefende performers continu opvangen. ‘Iedere deelnemer moet zichzelf verantwoordelijk voelen voor het gedanste materiaal. Fouten maken hoort erbij. Ontdek de gevolgen ervan op de vloer en los die op. De meeste deelnemers vinden dat in het begin eng, maar uiteindelijk heerlijk.’
‘Beautiful mistake! Try it again!’, is dan ook de aanmoediging die regelmatig door de Arnhemse dansstudio klinkt wanneer Luteijn repeteert met vader en dochter Villalon en moeder en zoon Van Drunick. ‘Don’t act. Geen lieflijk armcontact. Pak elkaar stevig beet en zwiep elkaar over de rug. Het is geen ballroomdans.’
Fysieke grenzen oprekken
Luteijn repeteert net zo lang tot het zweet langs alle lijven en geblutste knieën gutst. ‘Ik ben van nature ongeduldig. Ik heb inmiddels geleerd mijn geduld niet te verliezen. Als een lift met een danser met cerebrale parese een kwartier duurt, ga ik echt op mijn handen zitten om hen te laten uitvogelen hoe ze dit kunnen versnellen. Daarna geef ik hooguit tips.’
‘Als ze zelf concrete oplossingen bedenken, ontstaat een verbond en zullen ze samen vol gaan voor dat deel van de choreografie. Daarna zorg ik ervoor dat de lijnen helder worden en poets ik overdreven dramatiek weg, zoals verbaasde, verkrampte of verdrietige mimiek. Een choreografie moet zo clean mogelijk worden gedanst, met ruimte voor toeschouwers om eigen associaties rond fysiek ongemak of familiare relaties erop te projecteren. Toeschouwers doorbreken zelf hun vooroordelen. Zo ontstaat ontroering bij het publiek.’
Juist dat verregaand oprekken van fysieke grenzen, heeft Luteijn in de beginjaren wel commentaar opgeleverd. Tijdens een uitzending van het NOS Journaal over zijn dansproject met jonge virtuoze mannelijke Introdansers en oudere dames vroegen journalisten bevreesd of er wel ambulances klaar stonden.
‘Mensen denken dat ouderen snel vallen. Of vinden het ongemakkelijk te kijken naar performers die zonder benen als sjoelstenen over de vloer schieten. Maar zij weten wat ze doen en ik ook. Ik houd niet van de term ‘inclusiedans’. Ik cast inclusief, uit alle lagen, leeftijden en bubbels en maak gewoon dans.’
De generale repetitie
‘Ik ben kapot’, fluistert Luteijn zachtjes tegen het scherm van de laptop als we hem net voor een repetitie in Japan spreken, drie dagen voordat Unum in wereldpremière gaat. ‘Natuurlijk door de jetlag. Maar de groep van twaalf heeft nog amper compleet kunnen repeteren. Kenta’s dochtertje doet vandaag pas voor het eerst mee, het blijkt ook hier niet eenvoudig een kind van school te halen voor een kunstproject. Ik zie haar zoeken waar ze op en af moet. Dansers gaan haar helpen, maar dat wil ik juist niet. Kazuyo is nog te voorzichtig met haar moeder. Maar we hebben nog drie dagen’, zo tempert hij zijn stress.
‘Komt goed’, lacht Dai, die benadrukt hoe erg hij Adriaan gaat missen als het project over twee weken voorbij is. ‘Kyodai’ noemen ze elkaar, naar het Japanse woord voor broers zonder leeftijdsverschil. ‘Ik heb zoveel geleerd van Adriaans gedurfde aanpak.’
Als de repetitie begint, zwaaien alle dansers naar het computerscherm. ‘Gezellig’, roepen ze in koor, het Nederlandse woord dat de meesten even leuk als onbegrijpelijk vinden. En dan schuiven twaalf Japanse kamerschermen in en uit elkaar, verdwijnen en verschijnen dansers in rode kostuums, glipt Kenta uit zijn rolstoel en sjeest beenloos over de vloer; zijn dochter aait zijn wangen. Kazuyo torst haar moeder als verstrooide professor op haar vergroeide rug. Anne zwaait haar benen hoog over zoon Mark. Angelica omarmt de buik van vader Rey.
Buiten op een stoepje, met de laptop op schoot, blaast Luteijn uit en denkt na over de vraag met wie hij zelf nog eens zo’n familiaire ontmoeting zou willen dansen. Zoon Benjamin? ‘Daarmee heb ik twaalf jaar geleden in Pulcinella van Introdans gedanst. Hij heeft talent, maar is nu muziekproducer. Weet je, ik ben net opa geworden. Ik hoop een keer met mijn kleinzoon Aiden te kunnen dansen. Die lijkt op zijn Surinaamse moeder. Dat wordt vast een verrassende combi.’
Unum door Introdans, Land Fes en Sadamatsu-Hamada Ballet Company opent 21/5 de Nederlandse Nationale Dag op de World Expo in Osaka, i.s.m. het Nieuwe Instituut en de Nederlandse ambassade in Japan. Ook te zien op 24/5 en 25/5 tijdens een vijfluik in Kobe en op 27/5 in Kyoto.
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
Adriaan Luteijn (1964, ’s-Heer Arendskerke) volgde de opleiding tot docent dansexpressie aan de Fontys Academie in Tilburg en begon in 1989 als danser bij Introdans Ensemble voor de Jeugd. In 1998 ging hij daar verder als choreograaf. In 2003 kreeg hij de Aanmoedigingsprijs van het Dansersfonds ’79 en vijf jaar later de Kunstfactor Dans Oeuvreprijs. In 2018 werd hij geridderd in de Orde van Oranje-Nassau en afgelopen maart ontving hij de Cultuurfonds Gelderland Cultuurprijs van 15 duizend euro. Luteijn woont in Arnhem.