Recensie De Notenkraker
"Introdans danst de hipste bewerking van De Notenkraker én heeft de meeste glitter" - de Volkskrant
Bij kerst hoort ‘De Notenkraker’, in drie versies. Die van Introdans is het hipst én heeft de meeste glitter. De Belgische choreograaf Jeroen Verbruggen (41) husselt bij deze moderne Notenkraker Tsjaikovski’s muzikale opbouw flink door elkaar.
door Annette Embrechts – 17 december 2024
De donkere dagen rond kerst betekenen voor dansliefhebbers zeker ook: Notenkraker-tijd. Dit ballet sprookje uit 1892, toen gechoreografeerd door de Russen Marius Petipa en Lev Ivanov op de magische compositie van Pjotr lljitsj Tsjaikovski (vol getingel op kinderinstrumentjes), is in liefst drie versies in Nederland te zien.
Het Charkiv City Opera & Ballet toert met de traditioneelste versie, wat daarvan is overgeleverd via notitieboeken die na de Oktoberrevolutie uit het keizerlijke Rusland zijn gesmokkeld. Het Nationale Ballet presenteert de (uitverkochte) reprise van de weelderige Notenkraker & Muizenkoning (1996), met een naar Nederland vertaald feestverhaal, waarin dochter Clara niet met kerst maar met Sinterklaas een Notenkraker-pop cadeau krijgt. Terwijl Clara zich laat overweldigen door de toverlantaarn van oom Drosselmeyer en zijn neef, groeit de pop tijdens haar dromen uit tot een aantrekkelijke prins in gevecht met een leger kwaadaardige muizen.
Geen kerst of sneeuwvlokjes
Het Arnhemse gezelschap Introdans danst de hipste bewerking, een winterballet zonder associaties met kerst en sneeuwvlokjes, maar mét verwijzingen naar het oorspronkelijke volksverhaal waarin Marie (zoals Clara eigenlijk heet) noten kraakt om kwade geesten op afstand te houden, op weg naar (zelf)liefde en volwassenheid.
De Belgische choreograaf Jeroen Verbruggen (41) husselt bij deze moderne Notenkraker, in 2014 gemaakt voor het Ballet du Grand Théatre de Genève, Tsjaikovski’s muzikale opbouw flink door elkaar en laat Drosselmeyer, de Notenkraker en de Prins bij aanvang al samensmelten tot één overactieve groep van gemaskerde mannen die continu transformeren. Tienermeisje Marie (Nienke Wind, alternerend met Juliette Jean) voelt zich een vreemde op een bal en stapt door de deur van Drosselmeyers magische klerenkast. In de bloementuin daarachter ontdekt ze zichzelf en haar geliefde (Giuseppe Calabrese alternerend met Alberto Tardanico). Het is door de snelle wisseling van scènes en de stortvloed aan transformerende figuren niet allemaal te volgen. En er is weinig rust om chemie tussen personages te laten ontstaan. De logica loslaten werkt beter.
Swing en slapstick
De Introdansers geven zich met bravoure over aan de choreografie, waarin swing wedijvert met slapstick. Daarbij springen de uitbundige kostuums en het glamoureuze decorontwerp van het Bulgaars Franse modeduo On aura tout vu het meest in het oog. Van de dubbele kroonluchter en grillige spiegels tot de knaloranje bolsters voor gemaskerde mannen en de stekelige pofmouwen en heupen voorde vrouwen. Het is een komen en gaan van zwart-witte slipjassen, glanzende sjerpen en opgedofte body’s. Terwijl bellen rinkelen en fluiten schetteren danst iedereen onder aanvoering van Drosselmeyer (een speelse Vincenzo Turiano, alternerend met Jillis Roshanali) de sinistere kast in en uit, waarbij dunnetjes met queer-zijn wordt gespeeld. Al zorgt dat weer voor nieuwe noten om te kraken in deze extatische glitterbewerking van De Notenkraker.