recensie ICOON- de Volkskrant ★★★★

De choreografieën van Lucinda Childs zitten de dansers van Introdans als gegoten

18 maart 2025
door: Annette Embrechts

Introdans wijdt een heel programma aan de Amerikaanse choreograaf Lucinda Childs: ICOON. De openingschoreografie, Interior Drama, is meteen al bedwelmend. Een juweel in stilte.

Gehoest en telefoonpingeltjes mogen de pret niet drukken. De opening van het vijfdelige programma Icoon, gewijd aan het oeuvre van de Amerikaanse minimal-dance-choreograafe Lucinda Childs (1940), is een juweel in stilte. In 1977 choreografeerde Childs dit revolutionaire kwintet voor platte daken in New York. Tijdens deze Nederlandse première, bijna vijftig jaar later, heeft Interior Drama (1977) niets aan bedwelming ingeboet.

Vijf Introdansers navigeren in witte tenues door het zwarte toneelhuis; alle techniek is zichtbaar, alsook iedere minieme verschuiving in wiskundige bewegingspatronen. Eén foutje is dodelijk. Maar deze dansers smeden de zijwaarts uitslaande huppeltjes tijdens voor- en achterwaarts draaiende bochtjes tot een sublieme swing, met een slimme afwisseling tussen paren en trio’s. Contactgeluiden van hun schoeisel onderstrepen het muzikale effect.

Sterke, subtiele begeleiding
Ook de vier andere choreografieën van Childs zitten Introdans als gegoten. Vooral Petricor (2018) en Notes of Longing (2025) worden voor de pauze sterk en subtiel begeleid door respectievelijk het Nationaal Jeugdorkest en pianist en componist Matteo Myderwyk. Na de pauze speelt het orkest soms licht overmoedig – in tien van de zeventien theaters staat de muziek op band.

Acht stukken van Myderwyks gelijknamige album inspireerden Childs op haar 85ste tot een optimistische choreografie over het vervliegen van zonlicht en wolkenlucht gedurende een zomerdag. Op de achterwand verschiet een hemelgewelf van witblauw naar geelrood, ontworpen door Childs vaste scenograaf Dominique Drillot. Vier mannen en vier vrouwen in wijd geplooide broeken vertolken stijlvolle patronen.

Soms vlechten ze tijdens duetten hun armen met korte muzikale wendingen in elkaar, dan weer springen ze in trio’s of kwartetten snel de lucht in. De vrouwen doen denken aan de drie klassieke gratiën: schoonheid, vreugde en opbloeiend geluk. Hun vierde collega staat daarbij zeker symbool voor onuitputtelijke creativiteit.

Lees hier het artikel op de Volkskrant>>

Blijf op de hoogte