Dans Magazine - BLIJVEN TELLEN

Buitenkans

14 april 2025
door: Jacq. Algra

Dit voorjaar maakte de beroemde Amerikaanse choreograaf Lucinda Childs een nieuw stuk met de dansers van Introdans. Een mijlpaal: Notes of Longing is nummer tien op het repertoire. Tegelijkertijd zijn collega’s op tournee met Typhoon van de Hongaars-Nederlandse Krisztina de Chatel. Directeur Roel Voorintholt vindt het geweldig. ‘Het is echt heel bijzonder dat ik dit nu kan doen.’ 

‘Er gebeurt iets met je als je naar Childs’ choreografieën kijkt’, zegt Voorintholt, ’het is heel esthetisch en meditatief. Bij Introdans hebben we een brede insteek voor het repertoire. Ik volg mijn eigen gevoel bij de choreografen en stukken die ik kies, dat doe ik nu al veertig jaar. Van minimal dance-creaties word ik rustig, je bent gefascineerd en komt er een beetje van bij. Dat ervaar ik zelf, en van het publiek hoor ik ook dat ze er relaxed van worden. Dat is fijn in deze chaotische tijden.’ 

Langlopende relatie
Bijna twintig jaar geleden begon de speciale relatie die het Arnhemse gezelschap opbouwde met de choreograaf. Voorintholt had een uitvoering van Concerto gezien en hij vond het prachtig. ‘Toen heb ik gewoon de stoute schoenen aangetrokken,’ vertelt hij in de documentaire die in 2013 over de samenwerking is gemaakt. Childs’ antwoord op zijn vraag of zij het stuk in Arnhem mochten instuderen was onmiddellijk positief. ‘Wat ik heel bijzonder vind, is dat nu blijkt dat Introdans de meeste stukken van haar danst. Er is verder geen gezelschap in de wereld dat maar liefst tien werken van Childs op het repertoire heeft staan. Daarvan zijn er bovendien vijf speciaal voor onze dansers gecreëerd.’  

Tegenkracht
Krisztina de Chatel: ‘Typhoon heb ik in 1986 gemaakt, toen ik nog een eigen gezelschap had. Ik wilde het heel graag nog een keer hernemen en daarom heb ik Roel Voorintholt gebeld. Hij was meteen enthousiast en zei: ‘Dat gaan we doen!’ Zijn dansers presenteren al jaren werk van Lucinda Childs en zijn gewend aan minimal dance. Hij heeft ook een goed productieteam, echt ideaal. Er is een speellijst van zevenendertig voorstellingen door het hele land, dus ik ben heel tevreden. Het is een coproductie, want ik wilde wel graag mijn eigen ex-dansers meenemen om het in te studeren. Introdans heeft goede dansers, ze zijn technisch en ik heb ze duidelijk verteld waar ze in dit stuk op moeten letten. Die armen moeten een soort propeller zijn, het gaat niet over mooi wezen. Het is niet makkelijk voor hen, dat tellen, absoluut niet. Maar het draait niet om prachtige pasjes, het gaat om de patronen en structuren.’ Lachend: ‘Dat is de clou, schoonheid wordt weggeblazen!’ 

In de choreografieën van De Chatel nemen de dansers het onder andere op tegen een hoge aarden wal, stalen bolconstructies of schuivende wanden van plexiglas. In Typhoon moeten ze zich – met gebalde vuisten en beide benen stevig op de grond – staande zien te houden ondanks forse tegenwind. Die wind wordt veroorzaakt door grote machines die aan de rechterkant van het podium staan opgesteld en gaandeweg Simeon ten Holts pianoklanken in Canto Ostinato overstemmen. ‘Het gaat over tegenkracht. Tegenkracht in het algemeen: als choreograaf, als mens moet je voortdurend de strijd aan gaan. Die wind kan ook natuurgeweld zijn, klimaatverandering, of politieke tegenwind. Iets waardoor je je flink moet inspannen om je doel te bereiken. Als danser moet je goed letten op je eigen koers en op die van de dansers om je heen. En je honderd procent blijven concentreren. Zodra iemand de telling kwijt is, zakt het hele bouwwerk in.’ 

Strakke patronen
Lucinda Childs lanceerde in de jaren zestig haar eigen voorstellingen in de New Yorkse bakermat van de postmoderne dans: de Judson Church. In de solo Camation uit 1964 maakte ze bewegingen die voortkwamen uit het manipuleren van alledaagse objecten, waaronder een set schuursponsjes. Het gebeurde in opperste concentratie en in stilte; de eerste twaalf jaar bleef Childs dans maken zonder muziek. Dat veranderde toen ze met Philip Glass en Robert Wilson de opera Einstein on the Beach had gemaakt: vanaf toen vormden muziekcomposities het grid voor de structuur van haar choreografie. Inmiddels heeft Childs werk gemaakt bij dans- en operagezelschappen in tal van landen, op muziek van de meest uiteenlopende componisten waaronder Beethoven, Frank Zappa en de Nederlandse Harry de Wit. Rode draad bleef al die jaren een minimalistische aanpak: strakke patronen door de ruimte, gebaseerd op eenvoudige bewegingen die herhaald worden met kleine variaties. Lopen met lichte tred, terloopse sprongetjes en vrij zwaaiende armen zijn vaste elementen, en dat vaak uitgevoerd in koppels van twee. 

Verbonden blijven
Terwijl de choreograaf zodra ze de studio betreedt het bewegingsmateriaal altijd tot in de puntjes heeft voorbereid, geniet ze telkens weer van de interactie met de dansers. Ik hou van dansers, ze geven me energie. Het gaat niet om een bepaald type dansers, maar ze moeten muzikaal zijn en geconcentreerd.’ Ook nu, het jaar waarin Childs haar vijfentachtigste verjaardag viert, vindt ze het heerlijk om weer terug te zijn en samen te werken met nieuwe en reeds bekende dansers in het 

Arnhemse gezelschap. In Notes of Longing dansen ze op muziek van het gelijknamige album van Matteo Myderwyk. Hij begeleidt een aantal voorstellingen live, net als het Nederlands Jeugd Orkest onder leiding van Jurjen Hempel. Childs: ‘Zijn pianostukken zijn subtiel en heel mooi. Geschreven in een eenvoudige drie- of vierkwartsmaat, daarbinnen zit veel gevoel. Dat breng ik graag naar buiten in de bewegingskwaliteiten van de dansers. Maar ze moeten wel de hele tijd precies weten waar in de muziek ze zijn en met elkaar verbonden blijven. Ze moeten dus goed tellen.’ 

Romantische ondertoon
Giuseppe Calabrese danst inmiddels twaalf seizoenen bij Introdans en werkte al diverse keren met Childs samen. Hoe vindt hij dat? ‘Ze heeft een enorm mathematische geest, die blaast je echt omver. Je merkt vanaf de eerste repetitie dat ze alles al in haar hoofd heeft: maten, frasen, patronen, schema’s. Dat is het opwindende: dat je als danser stukje voor stukje de patronen ontdekt die zij heeft uitgedacht. Maar het allerfijnst is wel haar vriéndelijke en rustige mindset. In Notes for Longing zitten duetten met een romantische ondertoon; je kunt zeggen dat er een beetje van dat verlangen uit de titel in onze lijven zit. Mijn duet met Elisa Rudolf begint als een lekker zwierige wals. Maar plotseling verandert die in een high energy -dans met hele snelle passen.’ Lacht: ‘Erg uitdagend. En ondertussen moetje dus ook de hele tijd goed blijven tellen!’ Is er naast de grondige voorbereiding door de choreograaf ook ruimte voor creatieve inbreng van de dansers? ‘Zeker, absoluut. Zij laat eerst zien wat ze in gedachten heeft en vervolgens mag jij dat op jouw eigen manier vertalen. Binnen de gegeven passen en de structuur natuurlijk. Er zit een interessant contrast in haar stukken doordat ze mooie full-body-music plaatst naast haar mathematische aanpak voor de choreografie. Door de relatieve eenvoud en helderheid van de passen komt de schoonheid van de muziek echt naar boven. Ik dans in drie stukken, het zijn pittige avonden voor mij. Maar ik ben blij dat ik deze mooie werken voor het voetlicht kan brengen en hoop dat iedereen in het publiek zich daardoor even los kan maken van alles wat rondom ons heen gebeurt.’ 

In de spotlights
Het programma ICOON presenteert in totaal vijf werken van Lucinda Childs. ‘Het achterliggende idee is dat ik met deze collectie haar handtekening kan laten zien’, licht Voorintholt toe. ‘Het wordt als het ware een reis door de jaren heen, te beginnen in 1977 met het stuk Interior Drama. In theater Musis Arnhem sluiten we de tournee af met een combinatie van eerst Typhoon en dan twee werken uit het Childs-programma. Het is echt heel bijzonder dat ik dit nu kan doen. Ik vind het geweldig om mee te maken in mijn carrière dat ik deze twee dames in de spotlights kan zetten. Echt een buitenkans. Het is fantastisch dat die vrouwen op zulke hoge leeftijd nog zo intensief met hun vak bezig zijn. Dat hebben we toch maar mooi hier in Arnhem: een ‘klassieker’ uit de Nederlandse hedendaagse dans en een wereldpremière van een wereldicoon.’  

 

Blijf op de hoogte