Geboren: 1993, Turijn (Italië)
Opleiding: Accademia Teatro alla Scala Ballet School, Milaan; Victor Ullate Ballet School, Madrid
Ervaring: Compañia Nacional de Danza, Madrid; Introdans (sinds augustus 2013)
Backstage is de plek waar danser Vincenzo Turiano zich het meest thuis voelt. Niet zo gek als je weet dat de Italiaan sinds zijn vierde zijn leven doorbrengt op en achter het podium. “Het is nog steeds een ritueel voor me. Ik loop de omtrek van het podium na voordat ik on stage moet. Het is geen bijgeloof, maar maakt me rustig.”
Rust is niet direct het woord dat op Vincenzo van toepassing lijkt. Gewoon met hem aan tafel zitten, lijkt al op dans. Hij beweegt vrij en sierlijk en zet bijna al zijn woorden kracht bij met beweging. “Komt ook omdat ik een Italiaan ben hè, wij praten graag met onze handen.” Ondanks het feit dat Vincenzo opgroeit in Turijn in het noorden van Italië voelt hij zich een Zuid-Italiaan. “Mijn familie komt oorspronkelijk uit het diepe zuiden van Italië, maar de armoede was daar groot en dus trok mijn grootvader naar het noorden, daar was werk.”
Diezelfde grootvader legt ook het danstalent van een nog piepjonge Vincenzo bloot. “Mijn opa speelde op de piano en ik danste er dan omheen. Mijn moeder zag meteen dat ik meer deed dan een beetje heen en weer schommelen en dus mocht ik op balletles.” Daar ontpopt zich ook een andere kant van de hartelijke en vrolijke danser. “Ik hou ook van de discipline van de balletopleiding. Ik kan me herinneren dat ik vreselijk overstuur was omdat ik met het verkeerde soort maillot naar de les moest en ik heb mijn moeder stad en land laten afzoeken naar de juiste balletschoenen.”
Op zijn vijftiende verruilt Vincenzo zijn dansopleiding in Turijn voor de prestigieuze Accademia Teatro alla Scala, een binnenschoolse opleiding. “Mijn moeder was blij voor mij maar zij voelde zich geamputeerd. Haar zoon ineens het huis uit. Bij ons is het niet ongebruikelijk dat je heel lang bij je mama blijft wonen, maar toegelaten worden in Milaan was mijn grote droom.” De Accademia behoort volgens Vincenzo tot de top van Europese scholen samen met de Royal Ballet School en Opéra national de Paris. “Onze school was een mix van Franse en Russische invloeden. Ik geloof dat je dan het beste van twee werelden mee krijgt. De élegance van de Franse school met de power van de Russen.”
Over dit alles gaat wel een Italiaans sausje. “La Bella Figura wil zoveel zeggen dat je er altijd voor zorgt dat je op je best voor de dag komt. Het is een houding, een attitude die bij dans heel goed van pas komt.” Vincenzo maakt zich la bella figura al snel en ietwat noodgedwongen eigen. “Ik ben voor een danser aan de kleine kant. Dat is een nadeel als je klassiek ballet doet. Daar is uniformiteit erg belangrijk. Mijn lengte heeft bepaalde wegen ook wel voor me afgesloten en toch… het heeft me ook de danser gemaakt die ik nu ben.”
Vincenzo staat bekend om zijn virtuositeit, zijn lyrische vertolking. “Ik vind het zelf het meest fantastisch als ik naar een danser kijk en vergeet waar ik ben en de omlijsting kwijt ben. Dat je zo gegrepen wordt dat je wordt meegezogen in het verhaal. Datzelfde probeer ik ook te laten zien als ik dans. Er is een gezegde: art imitates life. Dat is voor mij zo waar. Als ik bijvoorbeeld een melancholiek stuk moet dansen dan denk ik aan het gezicht van mijn moeder. Haar gezicht heeft voor mij een trek die een melancholische kwaliteit bezit en dat probeer ik dan uit te beelden.”
Om hier beter in te worden heeft Vincenzo de gewoonte ontwikkeld om op de grote pleinen van Europa (Milaan, Madrid) naar mensen te kijken. “Een plein heeft wel iets van een podium. Mensen komen op, ontmoeten iemand, doen iets, bewegen, acteren en verdwijnen dan weer. Ik kan hier uren naar kijken. Het helpt mij om de juiste intentie te vinden als ik dans. In dezelfde beweging kan namelijk een totaal verschillende intentie zitten. Je kunt snel lopen omdat je te laat bent of omdat je niet kunt wachten tot je bij iemand bent. Dat verschil kun je zien.”
“Als je als danser alleen maar perfect de passen uitvoert dan ben je wat mij betreft geen artiest. Om een artiest te zijn heb je een bepaald vocabulaire nodig en dat is in ons geval ook nog eens een idioom zonder woorden. Dans wordt pas echt als je je kunt overgeven aan het moment als wat je laat zien echt is, daar heb je inleving voor nodig. Dansen is goed als het story telling wordt. Althans dit is wat ik geloof.”
Net als veel andere dansers houdt Vincenzo van de kaders en discipline van het ballet. “Je moet het beheersen voor je ermee kunt gaan spelen.” En dit is ook meteen wat hem aanspreekt bij Introdans. Waar onder de moderne interpretatie van het repertoire wel een gedegen klassieke basis rust. “Ik danste op dat moment in Madrid maar wist dat mijn toekomst daar beperkt was vanwege hun strikte opvatting van hoe het corps de ballet eruit moest zien. Iemand daar overtuigde me een video van mezelf naar Roel (artistiek directeur Introdans red.) op te sturen en dat heb ik gedaan.” Op basis van de video alleen verovert Vincenzo een plek binnen Introdans. “Ik heb nu mijn draai gevonden. Ik vond het in het begin lastig. Ik miste de zon en mijn familie, maar het repertoire, mijn collega’s, Introdans zelf zijn zo leuk dat ik me inmiddels op mijn plek voel.”