Geboren: 1991, Bogotá (Colombia)
Opleiding: Koninklijke Balletschool Antwerpen; Codarts, Rotterdam
Ervaring: Introdans (sinds augustus 2012)
Hij is zeven en heeft les van juf Grietje in een balletklasje in Turnhout, België. Grietje vermoedt dat Ruben Ameling wel eens een van die grote danstalenten kan zijn maar houdt hem bewust nog wat in de luwte. “Ik danste Jip in een ballet over Jip & Janneke. Ik vond het heerlijk om de hoofdrol te hebben. Vooraan te staan. Gezien te worden. Maar ik vond het het fijnst dat ik meer moest repeteren dan de rest. Langer bezig zijn, harder oefenen. Jip kon me verder gestolen worden.”
Het is duidelijk dat Ruben zijn roeping heeft gevonden. Hij was een actief en bewegelijk kind maar kan zich het moment waarop hij onder de betovering van de dans kwam zo terughalen. “Ik was zes en we gingen ter ere van Kerstmis naar een voorstelling van het Zwanenmeer in Carré. De gelegenheid kan hij zich niet meer herinneren. “Het was een idee van mijn oma”. Wat hij droeg nog wel. “Ik had een zwart overhemd aan met witte stipjes en daarop had ik een gouden paardenbroche gespeld met een grote glimmende steen.” Hoe hij zich voelde ook. “Het voelde als thuiskomen.” Een gevoel dat niet direct evident is als je geadopteerd bent uit Colombia en met je Nederlandse familie in België woont. “Ik weet dat ik alles fantastisch vond. De atmosfeer in Carré, het opgedofte publiek. Ik heb tijdens de hele voorstelling in kleermakerszit op mijn pluchen stoel gezeten. Ik zag de prins dansen en dacht alleen maar ‘dit wil ik ook’.”
Toch duurde het even voor Ruben zijn weg naar de dans definitief zou vinden. “Ik reed paard in die tijd. Stel je er alsjeblieft niet teveel bij voor. Het was gewoon een beetje rondjes rijden op afgeragde pony’s door een bak.” De liefde klinkt niet bepaald door in Ruben’s stem. “Bleek ik ook nog eens allergisch te zijn. Nou ja, toen was het snel bekeken. Dans was gek genoeg een beetje weggezakt, maar mijn moeder had nog scherp voor ogen hoe ik had gereageerd in Carré. Zij stuurde me naar het dansklasje van Grietje.”
Van paardenrug naar het podium. Ook al doet Grietje haar best om de piepjonge Ruben nog even in de luwte te houden, het blijkt al snel tevergeefs. Hij is elf als hij aangenomen wordt op de Koninklijke balletschool in Antwerpen. “Het was weer dat gevoel van thuiskomen. Ik vond het er heerlijk. Het harde werken, het eindeloze oefenen en altijd maar weer op zoek hoe je nog beter kan worden.”
Ruben is een perfectionist. “Zelfs na repetities en voorstellingen ben ik me nog hyperbewust van mijn lichaam. Ik denk dat ik mijn lichaam voor 99 procent controleer en ik zal altijd blijven werken om het honderd te maken. Daarvoor moet je oefenen. Het heel vaak doen, controleren, terug, verbeteren en opnieuw doen. Ik visualiseer veel. Heb in mijn hoofd het perfecte plaatje van hoe het er zou moeten uitzien en daar probeer je dan zo dicht mogelijk bij in de buurt te komen. Mijn lichaam is een instrument om schoonheid te creëren. Ik kijk ook veel naar andere dansers die ik goed vind. Ik probeer na te gaan welke sensatie zij in hun lichaam hadden tijdens hun dans en dit fysiek in mezelf op te nemen.”
Het artistieke en extravagante zijn ook symbolisch voor Ruben off stage. “Ik omring me het liefst van onder tot boven met mooie dingen. Mooie dingen om naar te kijken, maar vooral mooie dingen om te dragen. Fashion is na dans mijn tweede thuis. Ik kan soms een paar uur bezig zijn met een look – dat lijkt misschien extreem maar voor iemand die eraan gewend is om alle ogen op zich gericht te zien valt het nog best mee.” Ruben lacht.
De lacht verdwijnt voor een serieuze blik als Ruben wordt gevraagd wat hij nog zou willen met Introdans. “Wat ik echt zou willen?” Hij is even heel stil. “Een tour naar Colombia. Dansen met Introdans in Colombia.”