Artikel Dans Magazine: ‘We hebben koninklijke allure, maar wonen als studenten’
7 november 2024
door: Astrid van Leeuwen
Duurzaam zijn uit noodzaak. Bij Introdans hebben ze daar ervaring mee: kostuums en decors worden geleend of hergebruikt en als het koud is in het oude schoolpand waar de groep sinds 1985 is gevestigd, trek je gewoon een trui aan. Maar hoe zit het met het transport en andere duurzaamheids-‘bottlenecks’? ‘Wees creatief, werk samen en deel kennis en materialen’, zeggen zakelijk directeur Marieke van ’t Hoff en manager productie, techniek en huisvesting Maarten van den Berg.
Voordat Marieke van ’t Hoff eind 2020 bij Introdans kwam, werkte ze bijna twintig jaar bij vooraanstaande architectenbureaus. ‘Ik weet daardoor bijna niet anders dan dat duurzaam werken de norm is. Zeker in mijn laatste baan, bij een jong bureau, Next Architects, was het eigenlijk net zo vanzelfsprekend als dat je je medewerkers een salaris betaalt.’
Het was dan ook best een switch toen ze terugkeerde naar de danswereld (eerder al werkte ze bij onder meer Het Nationale Ballet). ‘Ik begon bij Introdans in een tijd dat we van twee gezelschappen naar één gezelschap gingen, er lag een ‘verbeterplan’ van Berenschot omdat de werkdruk veel te hoog was, er was een financieel tekort, het afscheid van Ton Wiggers (haar voorganger – red.) was aanstaande en er moest ook nog een nieuw kunstenplan geschreven worden. Dus, eerlijk gezegd, als het thema duurzaamheid al ter sprake kwam, dan was het toch zo van: ja, hallo, we kunnen ons hoofd al nauwelijks boven water houden, dus laat dat onderwerp maar even rusten.’
Eén-nul voorsprong
Tot haar grote verrassing merkte ze echter al snel dat Introdans eigenlijk al ‘super duurzaam’ bezig was. ‘Dan hoorde ik Roel (Voorintholt, artistiek directeur – red) bijvoorbeeld zeggen: “Ja, dan bel ik even met een gezelschap in Zwitserland en dan regel ik wat kostuums.” Roel zag dat vooral als ‘handig zijn’: kostuums of decors van andere gezelschappen hergebruiken omdat hij geen budget had om ze zelf te laten maken, maar ook uit het oogpunt van duurzaamheid was hij dus al jaren goed bezig.’
Daarnaast viel het haar op dat iedereen bij Introdans gewend leek om ‘met wat minder tevreden te zijn’. Marieke: ‘Ons pand in de Arnhemse Vijfzinnenstraat heeft bijvoorbeeld geen airco’s, terwijl het hier zomers, zeker in de grote repetitiestudio, loeiwarm kan zijn.’ Maarten: ‘We gebruiken nog een ouderwetse ijsmachine, die via ventilatoren koele lucht verspreidt. Niet de meest ideale oplossing, maar in elk geval minder energie slurpend dan airco’s.’ Marieke: ‘Tegelijkertijd kan het hier in de wintermaanden behoorlijk fris zijn. De ramen tochten en op de verwarming zit – vanwege de financiën – een stop. Maar er is niemand die klaagt, iedereen neemt gewoon sjaals en truien mee naar werk. Ik concludeerde dan ook al snel: als dit onze uitgangspositie is, als we vanuit die houding aan de slag gaan, staan we eigenlijk al één-nul voor.’
‘Hoelang houdt dit ‘lieve oude besje’ het nog vol?’
Oorspronkelijk zou Introdans in 2027 samen met Theater Oostpool zijn intrek nemen in het nieuwe Stadstheater in Arnhem. Marieke: ‘Op de bouw- en samenwoonplannen hoefde enkel nog een klap te worden gegeven.’ Maar die klap bleef uit wegens gebrek aan politiek draagvlak voor het benodigde extra budget en sindsdien wordt er – samen met de gemeente – hard gezocht naar een oplossing en van een verhuizing is dus voorlopig nog geen sprake. Maarten: ‘Alle leidingen en installaties in ons pand zijn aan vervanging toe. Maar ga je daar nog weer een paar ton in investeren, wetende dat de toegankelijkheid en de isolatie van het gebouw dan nog steeds niet oké zullen zijn? En wil je dat überhaupt, terwijl je weet dat de hele boel over een jaar of vijf waarschijnlijk tegen de grond gaat?’ Marieke: ‘We blijven voorlopig dus pappen en nathouden. Maar hoelang gaat dit ‘lieve oude besje’ het nog volhouden? Onlangs ontdekten we bijvoorbeeld weer nieuwe scheuren in de muren. Roel zegt altijd: “Naar de buitenwereld presenteren we ons met koninklijke allure, maar we wonen als studenten.”’ En dus zit er maar één ding op, aldus Marieke, en dat is: creatief zijn. ‘Zo heb ik bijvoorbeeld samen met Maarten en interimmanager Jeroen van Eekelen gekeken naar wat we konden doen tegen de enorme hitte in de balletstudio, zonder meteen tonnen te hoeven investeren. Dat heeft dit voorjaar geresulteerd in een crowdfundingsactie, Dancing on the roof, waarmee we ruim vijftienduizend euro hebben opgehaald om het dak van de studio van een witte, zonreflecterende coating te laten voorzien.’
Bottom-up
Inmiddels heeft het gezelschap, sinds 2023, een werkgroep duurzaamheid, waarin dansers, technici en kantoorpersoneel vertegenwoordigd zijn. Marieke: ‘Ik vond het belangrijk om onze medewerkers zelf aan het stuur te zetten, bottom-up dus, in plaats van top-down.’ Maarten: ‘Je zag ook dat het thema breed gedragen werd. Veel medewerkers vroegen zich af: wat kunnen we nog meer doen om onze voetprint te verlagen?’
Dat resulteerde tot nu toe vooral in ‘kleine initiatieven’ – ‘want elke verandering kost tijd’- maar toch: de wegwerpbekertjes zijn verbannen, er wordt naar een oplossing gezocht voor de dansersdouches die veel te traag warm worden, en ook op technisch vlak is al het nodige aangepast. Maarten: ‘Onze halogeenbulbs zijn vervangen door ledlampen en als een choreograaf iets speciaals nodig heeft, dan huren we het tegenwoordig in plaats van het – zoals vroeger – aan te schaffen. Zoals recent nog een ‘valsysteem’ voor Stijn Celis’ Swan Lake, waarmee je met één druk op de knop een heel voordoek naar beneden kunt laten komen.’
‘Sharing is caring’
Maarten heeft daarnaast ook zitting genomen in de recent opgerichte Pilotgroep Duurzaam Produceren van brancheorganisatie NAPK. ‘Daarin zijn zeventien gezelschappen uit alle lagen en disciplines van het culturele veld vertegenwoordigd, met het doel om samen te kijken: waar lopen we tegenaan? Wat zijn de bottlenecks? En wat kan het NAPK hierin betekenen?’
Transport is daarbij, voor alle gezelschappen, een van de grootste knelpunten. Maarten: ‘Ook wij rijden nog met een dieselvrachtwagen en een dieselbus door het land, en hoewel we nu wel kijken naar biodiesel, zou je natuurlijk liever elektrisch gaan. Maar het heeft niet zoveel zin om ieder voor zich de mogelijkheden hiertoe te gaan onderzoeken. Jakop Ahlbom Company is daar nu, samen met transportbedrijf Pieter Smit én dankzij een Europese subsidie, druk mee bezig en ik weet zeker dat die het resultaat straks met de hele sector willen delen.’ Marieke: ‘Ik geloof daar erg in: ‘sharing is caring’, zorg ervoor dat je anderen meeneemt in jouw ontwikkeling en zo word je met z’n allen sterker.’
Rondreizende wasmachine
Dat betekent niet dat Introdans ondertussen stilzit. Marieke: ‘Wat betreft buitenlandse tournees hebben we besloten alleen nog te gaan voor prestigieus, dus New York, Londen, Parijs, Tokio, en voor steden in Duitsland die per bus bereikbaar zijn. Maar we hebben wel een andere oplossing gevonden om internationaal zichtbaar te blijven: vanuit Introdans reist Adriaan (Luteijn – red.) nu alleen de wereld over, zoals binnenkort naar China, om daar met professionele dansers en bijzondere gastdansers een productie te creëren. Dat is veel duurzamer, uit milieuoogpunt – want je verscheept niet een heel gezelschap – maar ook qua duurzame inzetbaarheid: je treedt niet op en vertrekt dan weer, nee, je plant een zaadje en laat iets achter waar de dansers en communities daar op kunnen voortbouwen.’
En ook binnen Nederland zijn er dingen aangepast. Maarten: ‘Waar onze vrachtwagen vroeger na elke voorstelling met drie kostuumkisten aan wasgoed terugkeerde in de Vijfzinnenstraat, gaat er nu een wasmachine in de vrachtwagen mee of gebruiken we het bestelbusje van Introdans Interactie.’ Marieke: ‘Dat scheelt enorm in reisbewegingen, .’ Verder wordt gekeken of de groep meer in series in één bepaalde regio of provincie kan spelen, waarbij de dansers ter plekke overnachten, zodat de dansersbus niet steeds op en neer hoeft.’ Marieke: ‘Dat is minder makkelijk dan het lijkt, want theater A en B boeken ons liever in verschillende tijdsvakken, maar ik vind: dit moet een probleem van ons allen worden, en we moeten met elkaar naar oplossingen zoeken.’
Jeans-outlet
Bij Swan Lake leken er aanvankelijk zelfs twee vrachtwagens nodig om alle decors – waaronder grote rotsblokken – en kostuums te vervoeren. Maarten: ‘Dat wil je niet en zat ook niet in het budget. In samenwerking met ontwerpbureau Fillip Studios is toen het idee ontstaan om ‘inflatable’ decors te produceren, en wég was die tweede vraagwagen.’ Marieke: ‘Het is zó tof om dit soort oplossingen te bedenken, die op alle vlakken een win-winsituatie betekenen. Oké, af en toe zit er een deukje in een rotsblok en denk je: jongens even bijpompen! Maar soi!’
Maarten: ‘Alles valt of staat natuurlijk met choreografen en ontwerpers die voor dit soort dingen openstaan. Maar als je als gezelschap laat zien dat je het allerbeste wilt neerzetten binnen de mogelijkheden die je hebt, en dat je duurzaamheid daar een onderdeel van wilt laten zijn, dan zijn de meesten absoluut bereid om mee te denken.’
Marieke: ‘Sterker nog: veel choreografen en ontwerpers vinden het een vanzelfsprekend onderdeel van het creatieproces. Neem Regina van Berkel, die de decorstukken voor haar Daily Hero zelf al had overgenomen van een Duits gezelschap en die haar kostuums maakte uit oude spijkerbroeken waarvoor we een inzamelingsactie onder ons publiek gehouden hebben.’ Lachend: ‘Het leek hier wel een jeans-outlet!’
‘En hetzelfde geldt voor Arnhemse ontwerpers als Sjaak Hullekes en Diederik Verbakel, met wie we vaak samenwerken en die echt voorlopers zijn op het gebied van duurzaamheid. Roel zegt dan altijd: “Ga maar kijken in de opslag en verknip en verf wat je wilt”, en dat leidt elke keer weer tot de meest hippe ontwerpen.’
‘Practice what you preach’
Statements als Te zijn of niet te zijn (napk.nl/tezijnofniettezijn) of de Verklaring Fossielvrije Sponsoring heeft Introdans (nog) niet ondertekend, en ook bankiert het gezelschap (nog) niet groen. Marieke: ‘Dat heeft enerzijds met prioriteiten te maken: wij kijken liever naar acties die meteen nú of op korte termijn resultaat opleveren. Maar anderzijds ook met de vraag: als je zo’n verklaring onderschrijft, kun je dat dan ook wel echt allemaal waarmaken? Wat sponsors betreft: wij hebben slechts een paar lokale sponsoren, dus fossielvrije sponsoring is voor ons sowieso geen thema, en je kunt wel heel hard roepen dat je niet meer bij een ‘foute’ bank zit, maar als je wel nog met dieselvrachtwagens en -bussen rondtoert, vind ik dat eerlijk gezegd niet zo consequent.’ Maarten: ‘Het heeft ook met de aard van Introdans te maken. Wij zijn niet het ‘jongetje’ dat vooraan in de klas gaat staan schreeuwen: “Wij zijn duurzaam! Wij zijn duurzaam!” Nee, wij proberen zo duurzaam mogelijk te werken en ‘that’s it’!’ Marieke: ‘Het is een soort stille pragmatiek die heel erg in onze organisatie zit: ‘practice what you preach’. Gelinkt aan onze overtuiging dat iedereen kan dansen, dat iedereen ertoe doet en mee mag doen, zit het ook gewoon in ons DNA om oprecht verbonden te zijn met de maatschappij waarin we leven.’